Esther 5:9

SVToen ging Haman ten zelfden dage uit, vrolijk en goedsmoeds; maar toen Haman Mordechai zag in de poort des konings, en dat hij niet opstond, noch zich voor hem bewoog, zo werd Haman vervuld met grimmigheid op Mordechai.
WLCוַיֵּצֵ֤א הָמָן֙ בַּיֹּ֣ום הַה֔וּא שָׂמֵ֖חַ וְטֹ֣וב לֵ֑ב וְכִרְאֹות֩ הָמָ֨ן אֶֽת־מָרְדֳּכַ֜י בְּשַׁ֣עַר הַמֶּ֗לֶךְ וְלֹא־קָם֙ וְלֹא־זָ֣ע מִמֶּ֔נּוּ וַיִּמָּלֵ֥א הָמָ֛ן עַֽל־מָרְדֳּכַ֖י חֵמָֽה׃
Trans.wayyēṣē’ hāmān bayywōm hahû’ śāmēḥa wəṭwōḇ lēḇ wəḵirə’wōṯ hāmān ’eṯ-mārədŏḵay bəša‘ar hammeleḵə wəlō’-qām wəlō’-zā‘ mimmennû wayyimmālē’ hāmān ‘al-mārədŏḵay ḥēmâ:

Algemeen

Zie ook: Boosheid, Haman, Mordechai (1)

Aantekeningen

Toen ging Haman ten zelfden dage uit, vrolijk en goedsmoeds; maar toen Haman Mordechai zag in de poort des konings, en dat hij niet opstond, noch zich voor hem bewoog, zo werd Haman vervuld met grimmigheid op Mordechai.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֵּצֵ֤א

Toen ging

הָמָן֙

Haman

בַּ

-

יּ֣וֹם

dage

הַ

-

ה֔וּא

ten zelfden

שָׂמֵ֖חַ

vrolijk

וְ

-

ט֣וֹב

en goedsmoeds

לֵ֑ב

-

וְ

-

כִ

-

רְאוֹת֩

zag

הָמָ֨ן

maar toen Haman

אֶֽת־

-

מָרְדֳּכַ֜י

Mordechai

בְּ

-

שַׁ֣עַר

in de poort

הַ

-

מֶּ֗לֶךְ

des konings

וְ

-

לֹא־

en dat hij niet

קָם֙

opstond

וְ

-

לֹא־

noch

זָ֣ע

hem bewoog

מִמֶּ֔נּוּ

zich voor

וַ

-

יִּמָּלֵ֥א

vervuld

הָמָ֛ן

zo werd Haman

עַֽל־

op

מָרְדֳּכַ֖י

Mordechai

חֵמָֽה

met grimmigheid


Toen ging Haman ten zelfden dage uit, vrolijk en goedsmoeds; maar toen Haman Mordechai zag in de poort des konings, en dat hij niet opstond, noch zich voor hem bewoog, zo werd Haman vervuld met grimmigheid op Mordechai.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!